Afbeelding
Foto: aangeleverd

Tuinvogelverhaaltje: Kauwkleum

Paulien van Tol is vrijwillig tuinvogelconsulente voor de Vogelbescherming. In haar vrije tijd schrijft zij korte verhaaltjes over tuinvogels. Van tijd tot tijd leest u een van haar verhalen in de Uitkijkpost. U kunt Paulien ook volgen op haar Facebookpagina 'Tuinvogelverhalen'. 

Dat dit voorjaar nogal fris begon, leek ook de kauwen te beïnvloeden.

Een paar dagen terug stond ik namelijk boodschappen in mijn fietstassen te doen, toen mijn oog op een kauw viel, die iets verderop op een fietsstuur neerstreek en vervolgens naar het zadel hipte. De kauw keek mij met schuin gehouden kop eerst wat schaapachtig aan, maar richtte toen zijn aandacht op het zachte, wollige zadeldekje en begon hier fanatiek aan te plukken. Met zijn stevige snavel had hij binnen enkele tellen een bek vol grijze wol en vloog daarmee weg. 

De opportunist moet gedacht hebben: ‘Wol isoleert perfect, is warmte regulerend, vochtwerend, brandvertragend én ook nog eens duurzaam, dus… ideaal voor mijn nest.’ Ik kon daar niets tegenin brengen en begreep deze keuze voor nestbekleding dan ook helemaal. Vader of moeder Kauw wilde gewoon het beste voor het gezin en als er ergens een voorbeeld aan genomen kan worden qua sociaal gedrag, partnertrouw en liefde voor het gezin, dan is het wel aan de kraaiachtigen. Ja, kauwen adoreren hun partner; ze verzorgen elkaars verenkleed en tijdens het foerageren zoeken ze lekkere hapjes die ze elkaar aanbieden. Ook wisselen ze informatie uit met familie en vrienden over waar zij de beste eetgelegenheden kunnen vinden en dat kan natuurlijk zomaar dat voederplankje bij jou in de tuin zijn.

Daarnaast zijn kraaiachtigen zo slim om gereedschap te gebruiken bij het bemachtigen van voedsel. Er zijn er die autobanden als notenkrakers gebruiken. Ze zoeken een plekje bij een stoplicht en zodra ze zien dat er een auto stopt, gooien ze de te kraken noot voor een van de wielen en wachten dan tot de auto weer optrekt en over de noot rijdt. Als het stoplicht even later opnieuw op rood staat, verzamelen ze de stukjes noot die op het wegdek liggen. Behoorlijk inventief toch!? Door hun intelligentie en aanpassingsvermogen kunnen ze zich heel goed handhaven en wat dát betreft zijn het net mensen. Nu zijn er personen die vinden dat er veel te veel kraaien en kauwen zijn, maar andersom zou het zomaar kunnen dat de kraaiachtigen vinden dat er veel te te veel mensen zijn en je zou je kunnen afvragen: wie heeft er dan eigenlijk gelijk?

Hoe het ook zij; wees in ieder geval op je hoede als je een schapenwollen dekje op je fietszadel hebt liggen, want voor je het weet word je slachtoffer van een wollustige kauw!