Toiletten

Met de verbazing van een konijn in de koplampen bekijk ik in doe-het-zelfzaken de hele santenkraam. Raadselachtig spul soms, zoveel verschillende dingen en zo verschrikkelijk veel. 

Schroeven bijvoorbeeld. Je hebt er slechts twee nodig, maar je kunt kiezen uit tientallen soorten, maten, vormen en materialen. Deze dan maar en je zit een leven lang opgescheept met een gros ongebruikte schroeven, die in je schuur gaan rondzwerven en straks bij het huis uitruimen gedumpt worden bij het oud-ijzer.

Kun je iets niet zo gauw vinden, het personeel is er voor u! Meestal weet ik wel wat ik wil, maar hèb ik eens een vraag, zie ik in de verte één medewerker. Onderweg erheen draait de man of vrouw zich plotsklaps om en beent weg om iets te gaan doen dat beslist niet kan wachten. Zie ik nooit meer terug. Of: 'du moment' dat het me wel lukt iemand aan te klampen, komt er een mevrouw tussendoor. Mag ik even, klein vraagje maar. Tuurlijk mevrouw. Babbel de babbel. De medewerker vraagt de mevrouw hem/haar te volgen naar een van de 200 straatjes. Zie ik nooit meer terug.

Laatst gebeurde mij weer iets heel onverwachts. De hele tijd had ik als een toerist in klussenland al het spul in de straatjes bewonderd en me afgevraagd of mysterieuze apparaten ook wel eens verkocht worden, zo lang zelfs dat ik de behoefte gevoelde die wij allen wel eens gevoelen, dat wil zeggen: ik had hoge nood. Gelukkig stond er op dat moment een medewerker dichtbij aan wie ik de vraag kon stellen: ‘Heeft u ook een toilet?’

Het antwoord was niet waarop ik hoopte, maar kan wel dienen als uitsmijter van deze column: ‘Jazeker meneer, toiletten derde straatje links.’

Dick de Scally