HEILOO - De Elfstedentocht. Misschien wel het meest beroemde evenement van Friesland. In 1997 - 25 jaar geleden - werd hij voor de laatste keer geschaatst. De hoogste tijd om wat herinneringen op te halen.

De redactie van Uitkijkpost vroeg jullie om je mooiste herinneringen aan de Elfstedentocht op te sturen. Er kwamen fantastische verhalen binnen. Van toeschouwer tot deelnemer: we nemen je terug in de tijd met deze mooie verhalen over de Tocht der Tochten. 


Zo is er bijvoorbeeld het verhaal van Wim Knaap, die in 1997 aan de start mocht verschijnen. Wim deelt maar wat graag zijn verhaal.

De Elfstedentocht van 1997... Hoezo een makkie? 

Wim Knaap vertelt: " In de korte aanloop naar de vijftiende Elfstedentocht werd er door de media veel aandacht besteed aan de organisatie, de weersvoorspelling en oud-deelnemers. Een van de (oud-) deelnemers en winnaar was Jeen van den Berg die, met alle respect voor zijn imposante carrière, op een wat schoolmeesterachtige toon voor de tv zei: “Met windkracht drie of vier wordt het een makkie zaterdag!” 

Mijn eigen voorbereiding viel trouwens bijna letterlijk in het water toen ik op het Limmer Die een windwak in reed. Ik had een gekneusde rib en een dikke knie. Gelukkig kon ik al snel alles weer redelijk bewegen en ben ik met diverse leden van de Alkmaarse IJsclub (grotendeels veteranen) bijna iedere dag rond de 50 tot 70 kilometer gaan trainen. Intussen had ik ons oude logeeradres van elf jaar geleden (ieder jaar stuurden we elkaar nog kerstgroeten) opgebeld.

Wij - Jaap Vasbinder, ook mijn verzorgen tijdens de vorige tocht, en ik - konden logeren in Tietjerk bij de familie Van Overeem op nog geen kilometer van de Bonke. Na het ophalen van het startbewijs werden we daar warm onthaald. De twee broers Blakborn (van de snackbar in Heiloo), een broer van onze gastmoeder en een collega van mij bleken daar ook te logeren. Volle bak dus, maar het huis was groot genoeg en de drie rijders sliepen heel comfortabel. De weersvoorspelling werd steeds grimmiger, dus we zeiden al tegen elkaar: “Jongens dat wordt weer eens een echte Elfstedentocht!” De niet-rijders hebben die avond in Leeuwarden nog een andere tocht afgelegd, maar gelukkig maakten zij bij thuiskomst niet veel herrie. 

Na een stevig muesliontbijt werd ik voor de start weggebracht door Jaap. De weg langs de Bonke was nog niet afgesloten, dus dat liep allemaal perfect. Om tien voor zeven vertrok ik vanuit het licht op de Zwette, de duisternis in naar Sneek. Er was een klein maansikkeltje, het ijs was prima en met de wind in de rug vloog ik naar voren. De skibril heb ik af en toe opgezet als er lampen langs de route stonden. Je zag niet alle scheuren, maar alles ging goed tot het licht werd - tussen IJlst en Sloten. En wat een publiek was er al zo vroeg in de kou!Bij Sloten langs de molen en het meer over ging het als een speer. Wat een ijs... en die wind in de rug: soms werd je er bang van. Niet vallen, want dan lig je wel open - of nog erger. Bij Stavoren heb ik het eerste kopje warme bouillon aangepakt, daarna nog een stuk mandarijn. Allemaal gratis, klasse van die mensen. Na Stavoren en Hindeloopen kreeg je al de eerste stukken wind tegen. Lekker in groepjes rijden, ik was nog fris en schoot lekker op. Met Jaap had ik een planning gemaakt van gemiddeld rond de 20 kilometer per uur zodat hij ongeveer wist hoe ik in Workum, onze eerste ontmoetingsplek, zou zijn. Hij had een opvallende rode jas aan zoals die door wegwerkers wordt gebruikt, zodat ik hem goed zag - en hij onderweg soms werd aangezien voor iemand van de organisatie. Wegen die afgesloten waren gingen dan ook voor hem open. Dat was niet onhandig en ik heb hem dan ook zeker vijf keer ergens zien staan zodat hij mij iets kon geven als dat nodig was. 

 

Lees verder op pagina 6