Afbeelding
Foto: Paul Post

Oorlogsdossier terecht

HEILOO - Kort geleden zijn in het Regionaal Archief in Alkmaar de stukken teruggevonden die ooit door de heer J. Dekker (oud wethouder) aan de gemeente Heiloo waren overgedaan. De stukken waren tot voor kort spoorloos. De heer Dekker, die in 2012 overleed, had er vaak naar gevraagd maar niemand wist waar ze waren.

Het was niet duidelijk of het dossier nog in Heiloo was, al in het Regionaal Archief of misschien was het wel bij het NIOD in Amsterdam terecht gekomen. Nu blijkt dat het dossier nog jaren op het gemeentehuis in Heiloo heeft gelegen en niet zo lang geleden alsnog aan het Regionaal Archief is overgedragen. Dat gebeurde in de tijd dat men daar bezig was met de voorbereidingen tot de verhuizing van het complete archief naar de huidige locatie.

Het gevonden dossier blijkt zeer omvangrijk

Nu het dossier weer voor inzage beschikbaar is, wordt duidelijk om wat voor materiaal het precies gaat, tot nog toe was ook dat nauwelijks bekend. Het teruggevonden dossier blijkt zeer omvangrijk en betreft het complete archief van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (meestal BS genoemd) in Heiloo te zijn. De vader van de heer Dekker, J. Dekker sr (zaadhandelaar), was commandant van de BS te Heiloo en onder zijn competentie vielen ook de Egmonden, althans, er zijn veel stukken in de archieven te vinden, die Egmond betreffen. Het archief omvat de periode augustus 1944 tot ruim na de bevrijding. Uit het archief ontstaat de indruk dat er in de laatste fase van de oorlog naast het 'normale' gemeentelijk bestuur van burgemeester Swaalf, aangestuurd door het Duitse gezag, een tweede, ondergrondse, organisatie was. Deze organisatie, gevormd door de samenwerkende verzetsgroepen, hield zich ook intensief bezig met de gang van zaken in Heiloo. Zaken als sabotage, zwarte handel en onderduikers maar ook de voorbereiding op de Duitse capitulatie. Het verrassende van het nu opgedoken dossier is, dat zoveel op papier is gezet, zelfs gedragscodes en wachtwoorden. Ook blijkt dat de organisatie goed op de hoogte was van het doen en laten van de bezetter. Verder zijn er veel documenten over de gang van zaken na de capitulatie, over de NSB, over de "moffenmeiden', de collaborateurs. Omdat in de documenten veel namen worden genoemd van personen die zich op een of andere manier hadden misdragen zijn de archiefstukken niet voor het publiek in te zien. (Overwogen wordt om met beperkte ingrepen het archief alsnog voor belangstellenden toegankelijk te maken.) Tot slot zij opgemerkt dat de gevonden documenten voor zover nu valt na te gaan nergens afbreuk doen aan de inhoud van het boek 'Heiloo een dorp in oorlogstijd'. Wel is nu plotseling veel meer informatie beschikbaar over de laatste periode van de oorlog. Aanleiding voor een aanvullend deel?