Een foto van de startkaart en het kruisje
Een foto van de startkaart en het kruisje Foto: Henk van der Werf

Henk van der Werf, reed in 1997 de Elfstedentocht

DeTochtderTochten

HEILOO - De komende weken lees je op onze website herinneringen van Heilooërs aan het fenomeen Elfstedentocht. Dit keer is het woord aan Henk van der Werf die in 1997 de Elfstedentocht reed.

Henk van der Werf was destijds 50 jaar toen hij in 1997 de Elfstedentocht schaatste. “Ik heb altijd gezegd, als geboren Fries en getogen West-Fries moet je eenmaal in je leven de Elfstedentocht rijden. Nou, dat heb ik geweten… Toen ik op 2 januari hoorde dat de Tocht der Tochten op zaterdag 4 januari gereden zou worden, werd ik echt nerveus. Het was menens. Zou ik het echt doen? Kon ik wel ergens logeren? Hoe zat het met de wind? Hoe laat mocht ik starten? Had ik wel goed genoeg geoefend? Ik had de eerste Noord-Holland Tocht gereden en ook de Weissensee. Maar zou dat genoeg zijn? Er gierden echt onwijs veel vragen door mijn hoofd. Al snel was alles geregeld en om 09.32 uur was het zover, ik mocht schaatsen.

De start was wat minder leuk dan je zou voorstellen, want ik was ontzettend ziek. Ik had sportvoeding gekocht - maar het was zo sterk dat het er zowel van boven als onder uitkwam. Ik wilde stoppen, zo gammel voelde ik mij op dat moment. Mijn echtgenote en mijn nicht hebben op mij in moeten praten, zo van “als je eenmaal op het ijs staat dan gaat het wel”! En dat klopte helemaal. De eerste 20 kilometer ging prima. In Sneek was het flink klunen maar dit was best te doen. Tot aan Warns ging het goed, tot ik flinke buikpijn kreeg. En toen was ik nog maar op de helft… Ik dronk toen warm water met een banaan. Gek genoeg gaf dit mij veel energie. Van Hindeloopen naar Workum had ik flinke wind tegen en besloot ik in een groepje te duiken voor de luwte. Een slimme tactiek! Daarna ging het weer. Ik wilde voor 17.00 uur in Franeker zijn, dus ik moest echt gas geven. Vastberaden en gemotiveerd hoe ik was, kwam ik even voor 17.00 uur bij de stempelpost aan. Ik had uitgerekend dat het van Franeker naar Dokkum ongeveer 50 km was. Rekening houdend met de sterke wind en de duisternis kon je met een verantwoorde snelheid van ongeveer 15 km per uur rijden. Het stuk van Franeker naar Bartlehiem was dan ook geen pretje (lees: 38 km in de duisternis rijden). Dit was best pittig. Op dit stuk kwam mijn voorganger in een scheur. In de donker schaats je met de gedachte ‘op hoop van zegen dat er niets gebeurt’. Ik heb last van nachtblindheid en ging daarom op zoek naar een passende groep. Uiteindelijk heb ik zelf maar kop genomen en een groep gevormd tot ik de molen van Dokkum zag. Ik wist dat als je de wind in de rug had, je er als een speer vandoor kon gaan. Toen ik Dokkum binnenreed, was er een enorme ontvangst. “Het leek wel de Arena zoveel publiek, rijen dik, echt onvoorstelbaar. Wat een onthaal! Ik kreeg een kopje bouillon aangeboden. Wat kan een mens van zo’n moment genieten!” Op dat moment kon ik met volle kracht naar de finish rijden, ik ging als een raket. Om 21.40 uur was het zover: ik passeerde de finish.” En als er weer een Elfstedentocht komt? Dan wilt Henk het zeker nog een keer proberen!

Bedrijf Belicht

Sport

Regio

Digitale krant