Afbeelding

Kerstverhaal 2020 door Robin Raven: Een onverwachte avond

Algemeen

Hero staat in de keuken. Hij loert door de luxaflex naar buiten. ‘Goeie tip, Des,’ mompelt hij. ´Lang leve de buurtapp. Ik zie die gasten nu de straat inlopen.´ ´Met wie zit je te kletsen?’ roept zijn vrouw vanuit de woonkamer. ‘Met Desmond van de overkant.´ Hero sluit zijn mobiel af en draait zich om. ´Staan de fietsen binnen? En is de garage op slot? Ik moet even wat regelen.’ ‘Maar het is kerstavond! We gingen toch Home Alone kijken?’ ‘Geen paniek,’ mompelt Hero, terwijl hij zijn jas aantrekt. ‘Ik ben op tijd weer terug.’

‘Wow! Zo hoog!’ Jetske kijkt naar de kerstboom op het pleintje van ‘t Loo. Meters hoog en prachtig versierd. Rick knikt stoer. ‘Deze kanjer heb ik vannacht speciaal voor jou gekapt en vanuit het Heilooërbos hiernaartoe gesleept. Vind je het wat?’ Jetske kijkt opzij. ´Je bent een leugenaar,´ grinnikt ze. ´Maar wel een leuke.´ Ricks wangen gloeien. Hij is verliefd op Jetske maar hoe spreek je zoiets uit? Soms oefent hij voor de spiegel maar elke zin klinkt fout. Instagram of een appje zou kunnen, maar als het verkeerd valt, ziet iedereen het en ben je het lachertje van de week. Het is dus even wachten op het juiste moment. ´Onzin,´ mompelt iemand naast hem. ‘Klinkklare onzin.’ Jetske en Rick kijken opzij. Het is opa Kaandorp. Opa kent iedereen in Heiloo en iedereen kent opa. Opa Kaandorp is Heiloo.

‘Hoi opa,’ zegt Rick. ‘Wat is onzin?’ Opa Kaandorp slaat op de leuning van zijn rolstoel. ‘Hoor je dat liedje dan niet?’ Door onzichtbare speakers klinkt de opgewekte stem van Dean Martin: Let It Snow! Let It Snow! Let It Snow! ‘Onzin!´ zegt opa nog maar eens een keer. ´De aarde warmt op dus nooit meer een Elfstedentocht. Nooit meer de ijsbaan in het Heilooërbos. Nooit meer koek-en-zopie. Nooit meer sneeuw. Het enige witte hier is het hekje rond deze boom.’ Hij slaat op het hekje om zijn woorden kracht bij te zetten. ‘En we mogen ook niet meer met zijn allen bij elkaar komen om Kerst te vieren. Het lijkt wel weer oorlog!’ Na deze tirade mompelt hij nog wat door. Rick denkt na. Opa is een mopperaar eersteklas maar hij heeft wel een punt. Het heeft jaren niet meer gesneeuwd in Heiloo. En voor ijs moet je naar de baan in Alkmaar.

Annabel gilt het uit. Bart laat van schrik bijna het stuur los. ‘Gaat het?!!´ roept hij. Annabel slaat hem keihard in zijn zij. ‘Natuurlijk niet, sukkel! En rij alsjeblieft door! Ik knap bijna uit elkaar!´ Ineens klinkt er geratel. De dashboardlichtjes vallen uit en het gaspedaal blokkeert. Dan wordt het stil. Barts ergste nachtmerrie komt uit: de motor is overleden. De vier wielen rollen geluidloos verder en met een zachte bonk komt het wagentje tot stilstand tegen het beeld van de fietsende vrouw.
Bart slaat woedend op het stuur. Het koekblik is zoveelstehands en gekocht op een vaag industrieterrein bij iemand met spierwitte tanden en een gladde babbel. Geld voor een nieuwe had hij niet. Annabel kan ieder moment bevallen en met zijn salaris komen ze niet ver. Ze wonen al maanden bij de ouders van Annabel want in Heiloo zijn koopwoningen onbetaalbaar en van sociale huurwoningen kunnen jonge starters alleen maar dromen. ‘De winkels zijn nog open,’ oppert hij, knikkend naar ‘t Loo. ‘Misschien hebben we mazzel en loopt er een dokter rond!’ Hij stapt uit, rent om de auto heen en helpt Annabel overeind. Samen strompelen ze naar de ingang van het winkelcentrum.

Maria van beddenzaak Beter Bedlehem (een flauwe woordgrap van de vorige eigenaar) loopt naar de uitgang bij het plein. Ze kijkt op haar horloge: kwart voor negen. Het stalen hek mag naar beneden. De laatste bezoekers kunnen ’t Loo verlaten via de kant bij De Beun. Het was een lange dag. Maria stond vanaf negen uur in de winkel en nu wil ze zo snel mogelijk naar huis. Het is te laat voor een kerstmaaltijd maar Home Alone met wijn en kaas is ook leuk. Home Alone is het verhaal van haar leven. Veel vriendjes maar nooit een vaste relatie. Maar het is goed zo. Maria geniet van haar vrijheid. Ze duwt de sleutel in het kastje om het hek te laten zakken. Dan ziet ze in de duisternis iets dichterbij komen. Ze gelooft haar ogen niet. Het enige dat ontbreekt is een ezeltje.

‘Is het nog ver?’ vraagt Yusuf. Omar kijkt op zijn mobiel. ‘Geduld, vriend. Nog een paar minuten en dan zijn we er.’ ‘Insjallah,’ mompelt Jafaar. Als God het wil. ‘Een beetje geluk kan ik wel gebruiken.’ ‘Wij allemaal, vriend,’ zegt Omar. ‘Wij allemaal.’ Ze lopen snel door. Tien meter achter hen lopen Hero en Des. ‘Wat zeiden ze?’ vraagt Hero. Des haalt zijn schouders op. ‘Weet ik veel. Ik kon het niet verstaan. Andere taal, hè…’

Bart barst los: ‘Mijn vrouw kan ieder moment bevallen, ik moest halsoverkop weg van mijn werk, en ik had avonddienst, en ik heb nog geen vaste aanstelling, en de baas is een zeurpiet, en de auto is stuk, en ik had dat kreng nooit moeten kopen, en als de politie komt krijgen we een bekeuring want ik ben tegen een beeld aangereden, en de kunstenaar zal wel woedend zijn, en we moeten naar het Noordwest Ziekenhuis, en ik…’

Maria onderbreekt de woordenstroom: ‘Ho, ho, ho, dat zijn een heleboel “ennen”, vriend! Rustig aan! Adem in, adem uit!´ Ze pakt Annabels linkerhand. ‘Kom maar met mij mee,’ zegt ze vriendelijk. ‘Ik heb genoeg ziekenhuisseries gezien om dit varkentje te wassen. En aan hysterische mannen hebben we niks.’ Ze knikt naar Bart. ‘Hopelijk valt hij snel flauw.’ Annabel grinnikt. Ondanks de pijn. Maria neemt Annabel mee de winkel in. Ze legt de zwangere vrouw voorzichtig op een bed in de hoek. Daarna pakt ze haar mobiel en belt snel 112. ‘Daar had jij weer niet aan gedacht, hè?’ zegt ze tegen Bart terwijl ze haar telefoon dichtklapt. Bart is neergeploft op de rand van een bed naast Annabel. Hij schudt verdwaasd zijn hoofd. Momenteel denkt hij inderdaad helemaal nergens aan.

Maria voelt zijn wanhoop. ‘Geen paniek,’ zegt ze. ‘Ze zijn hier binnen een paar minuten. Een arts en mensen van de kraamzorg.’ Ze kijkt naar Annabel. ‘Vertrouw op mij, meissie, het komt altijd goed.’ Maar het komt helemaal niet goed. Er is een ongeluk gebeurd op de Kennemerstraatweg. Een geschaarde vrachtwagen belemmert het verkeer aan beide kanten. Geen slachtoffers, maar wel twintig auto’s in de poeier. Het is een ravage. Zelfs de ambulance kan er niet door. Maria checkt haar mobiel. Haar gezicht betrekt. Ze ziet dat het niet goed gaat. Een ziekenhuisbevalling is nu onmogelijk. Haar stoere opmerking over die ziekenhuisseries was natuurlijk een flauw geintje. Dat sloeg nergens op. Mijn God, denkt ze. Heb ik hier goed aan gedaan? Wat nu? Ze aarzelt. Improviseren. Dat is de enige optie. Ze loopt de passage in. Niemand. Alle kopers zijn vertrokken.

Nee, wacht. Bij de kerstboom op het pleintje staan nog twee tieners en iemand in een rolstoel. Maria twijfelt geen seconde. ‘Hee, jullie daar! Hierheen! Snel! Ik heb hulp nodig!’ Rick en Jetske kijken om. Ze zien een vrouw zwaaien. Uit de beddenwinkel klinkt een schreeuw, als van een dier in doodsnood. Wat is daar aan de hand? Ze bedenken zich geen seconde en rennen naar de winkel. Opa Kaandorp rolt erachteraan.

‘Hier is het,’ zegt Omar. ‘Ze sluiten over tien minuten dus we moeten snel zijn.’ Yusuf kijkt de passage in. ‘Er is niemand meer. Dat is mooi.’ Jafaar knikt. ‘Ik kan niet wachten. Kom!’ Ze lopen het winkelcentrum binnen. Des en Hero volgen. ‘Koopavond,’ fluistert Hero. ‘Ik had het kunnen weten. Alle kassa’s zijn vol. Die lui gaan cashen.’

Een kwartier later is alles voorbij. Annabel ligt in bed. In haar armen een prachtige baby. Het is een meisje. Bart is niet flauwgevallen. Integendeel, toen Rick en Jetske hem overeind trokken, heeft hij super geholpen. ‘Hoe gaat u het kind noemen?’ vraagt Rick. ‘Anna,’ zegt Bart. ‘We hadden tig namen maar dit was de enige die we allebei leuk vonden.’ Annabel kijkt naar Maria. ‘Hoe heet u?’ ‘Ik? Maria, hoezo?’ Annabel kijkt trots naar haar meisje. ‘Dan heet jij vanaf nu Anna Maria, lieverdje.’ Maria glundert. Dat is een prachtig kerstcadeautje! Ze pakt de natte handdoeken van de grond en kwakt ze op opa’s schoot.

‘Die mag u meenemen naar huis en voor mij wassen, opa. Doet u tenminste ook nog iets nuttigs.’ Opa kijkt met een vies gezicht naar de natte lappen op zijn schoot. ‘Het lijkt hier wel de Bijbel,’ zegt hij. ‘Maria, een baby, herders – hij knikt beurtelings naar Rick en Jetske- en geen plaats in de herberg maar wel in de beddenwinkel! Haha! De enigen die ontbreken zijn de drie koningen!’ Hij lacht om zijn eigen grap en draait zijn hoofd naar Annabel. ´Ik krijg ineens een briljant idee. Waarom rollen we je bed niet naar de kerstboom? Tot de ambulance komt? Dan ben jij vanavond de nieuwe Maria met een heus kerstkindje!’

Rick schiet in de lach. ‘Oprecht Maria 2.0! Au!’ Jetske geeft hem een por. ‘Is dat wel een goed idee?’ mompelt ze. ‘Ik bedoel, eh… in uw toestand?’ ‘Ik vind het een topidee!’ zegt Annabel. ‘Ik voel me prima en er zijn toch geen bezoekers meer. Ik zeg: duwen, jongens!’ Bart, Jetske en Rick kijken elkaar aan. Dan staan ze op. Ze duwen het bed de passage in richting de kerstboom. Opa gooit de handdoeken van zich af en rolt achter het viertal aan.

‘Wat een schitterende creatie!’ zegt Yusuf. Hij loopt bewonderend om de kerstboom heen. ‘Deze is toch wel duizend keer mooier dan dat zielige boompje dat in ons centrum staat.’ Omar maakt foto’s met zijn mobiel. ‘Het was even lopen, Yusuf, maar ik zweer het je, wollah, ik ben blij dat we zijn gekomen.´ Jafaar wil ook iets zeggen maar zijn aandacht wordt getrokken door een bed dat door drie mensen wordt geduwd en dat steeds dichterbij komt.

Als Annabel naast de kerstboom is gezet, begint Yusuf spontaan te klappen. ‘Salam,’ zegt hij. Gegroet. ‘Gefeliciteerd met uw wonderschone baby, mevrouw.’ Hij overlegt kort met Omar en Jafaar in een andere taal. Als de twee mannen knikken, grabbelt Yusuf in zijn jaszak. Er komt een klein doosje tevoorschijn. Hij legt het op de buik van baby Anna Maria. ‘Wat lief,’ zegt Annabel. ‘Wat is het?’ ‘Het is zand uit het land waar wij vandaan komen,’ zegt Omar. ‘Het was een lange reis maar het heeft ons hier gebracht. Er daar danken wij God voor.´ ‘Nu zal het u en uw kindje geluk brengen,’ zegt Jafaar. ‘Insjallah. Geluk moet je doorgeven,´ gaat Jafaar door. ´Anders heeft het geen waarde.’ De mannen maken een korte buiging, draaien zich om en verdwijnen.

Als ze bij de ingang van ’t Loo Hero en Des passeren, staat Yusuf even stil. ‘Fijn dat u ons de hele weg bent gevolgd. Dat gaf een veilig gevoel. We wensen u een voorspoedige reis naar huis.’ Omar en Jafaar knikken. ´Shukran,´ zeggen ze tegelijk. Dank u wel. En weg is het drietal. Hero kijkt naar Des. ‘Sukkel,’ mompelt hij. ‘Je bent zelf een sukkel,’ mompelt Des terug.

De sirene maakt iedereen wakker. ‘Opzij, allemaal! Er stormen twee vrouwen en een man in gele jassen met blauwe strepen de passage in. Ze duwen een brancard voor zich uit. Annabel en Anna Maria worden er voorzichtig op gehesen en samen met Bart naar de ambulance gebracht. Rick rent erachteraan. Als hij buiten komt, weet hij niet wat hij ziet. Het sneeuwt! En niet zo´n klein beetje ook. Miljoenen dikke vlokken dalen neer over Heiloo.

Het lijkt wel een sprookje. De fietsenrekken zijn veranderd in spierwitte rendierlijnen. Heiloo wordt heen-en-weer geschud door een onzichtbare hand en verandert in een sneeuwhuisje. Jetske komt naast hem staan. Ze knijpt haar ogen samen. In de verte, bij de achterkant van de kringloopwinkel, ziet ze de drie vreemde bezoekers de hoek omgaan. Maar ze ziet nog iets. Hoewel de grond bedekt is met een dikke laag sneeuw blijven de voetsporen van de drie mannen duidelijk zichtbaar. Dat is bizar. Ze wil er iets over zeggen maar er klinkt een schreeuw.

Het is opa. Hij gooit zijn handen in de lucht. ‘Halleluja!’ roept hij. ‘Sneeuw! Sneeuw in Heiloo! Een wonder!’ Hij opent zijn mond en drinkt van de vlokken alsof het een wonderdrank is dat zijn leven met honderd jaar zal verlengen. Plotseling sluit hij zijn mond. Verrast kijkt hij om zich heen. ‘Ik hoor engelen zingen!’ zegt hij. ‘Luister dan!’ Door het sneeuwgordijn klinken inderdaad prachtige stemmen. Het is een kerstlied: Er is een Kindeke geboren op aard. Waar komen de stemmen vandaan? Opa draait van vreugde een paar rondjes met zijn rolstoel. ‘Een kerstkindje, sneeuw en engelen! Dit is de mooiste avond van mijn leven!’ Hij begint spontaan te zingen: ‘Kwam op de aarde voor ons allemaal, tralalala, kwam op de aarde voor ons allemaal, tralalala!’ Zingend rijdt hij weg in de nacht.

Maria kijkt hem na. ‘Over wonderen gesproken,’ zegt ze. ‘Volgens mij is die mopperkont zojuist voorgoed genezen van zijn chagrijn.’ Ze kijkt naar Rick en Jetske. ‘Ik ga er ook vandoor. Home Alone wacht op me! Bedankt voor jullie hulp. Maak er een mooie avond van.’ ‘Zullen we zeker doen,’ zegt Jetske. Als Maria is verdwenen, begint Rick te grinniken.

´Wat lach je?’ vraagt Jetske. ‘Nou, over die engelen van opa Kaandorp… Dat zijn geen engelen maar dat is het koor van mijn moeder.’ Jetske kijkt hem niet-begrijpend aan.
Rick knikt in de richting van de Witte Kerk. ‘Het koor geeft tot tien uur een kerstconcert. Daarna begint de nachtdienst.’ ‘Moet je daar niet naartoe?’ vraagt Jetske verbaasd. ‘Mwah.’ Rick haalt zijn schouders op. ‘Geen zin.’ ‘Lijkt mij wel tof,’ zegt Jetske. ‘Zou je moeder het leuk vinden als we binnenwippen?’ Rick denkt aan vanmiddag. Zijn moeder wilde heel graag dat hij naar het kerstconcert kwam maar hij vond het niet cool genoeg. Dus bedacht hij een dom smoesje. Het laatste wat hij van zijn moeder hoorde was een vloek en een dichtslaande deur.

‘Ik denk het wel,’ zegt hij. ‘Ik hoop het…’ ‘Mooi dan!’ lacht Jetske. ´Kom op!´ Ze duwt Rick in de richting van het kerkje. Als ze bij de ondergesneeuwde Willibrordusput staan, haalt Rick diep adem. Dit is een magische plek. Hier is honderden jaren van alles en nog wat gebeurd. Hij weet het zeker: hier moet het gebeuren. Nu of nooit. Hij pakt Jetskes hand en verzamelt al zijn moed. Zijn benen trillen. Nu geen Instagram, appje of spiegel. This is it. ‘Ikkuh… eh.… ik hou van jou,’ mompelt hij. Het antwoord doet hem bijna ontploffen. ‘Ik ook van jou.’ Rick brult het uit. ´Yes!´ Hij slaat zijn arm om Jetske heen en samen lopen ze snel omhoog naar het kerkje. Vlak voor de geopende deuren kijkt Jetske achterom. Ze denkt een moment aan de drie bezoekers en hun bizarre voetsporen.

Wat ze niet ziet is dat die sporen langzaam verdwijnen onder de sneeuw. Nu kan het. Alles is volbracht.

Door Robin Raven

Bedrijf Belicht

Sport

Regio

Digitale krant