Afbeelding

Verhalenfestival en creativiteit bij De Buitenkans

Algemeen Heiloo

HEILOO - Bij de nieuwe ronde in het kader van de Kunstparade 2015 nodigde De Buitenkans iedereen van harte uit om de pen ter hand te nemen en unieke beelden op de gevoelige plaat vast te leggen.

Het thema van dit jaar was "delen". Met eigen woorden wordt een beeld geschetst in de vorm van een verhaal, concreet of abstract, poëzie, kortom een tekst die met een of meerdere aspecten van het begrip "delen "van doen heeft. De verhalen waren gebaseerd op een eigen idee of belevenis, een gevoel of een unieke ervaring, realiteit of fantasie.

Voor het verhalenfestival hebben 12 personen 27 bijdragen ingestuurd. De bijdragen waren veelal persoonlijk georiënteerd, serieus en diepgaand, af en toe moraliserend en zelfs belerend. De jury van het Verhalenfestival bestond uit Anneke Overtoom, Karin Veldt, Peter de Waard en Piet Bartels.

De prijswinnaars: Ilonka Vermanen met 'Delen', Lisanne Stokreef met 'Taxi delen?' en Dorothe Rodenburg-Glorie met Kleur des levens.

Delen
Door: Ilonka Vermanen

Daar zit ik dan. Te wachten in de rookruimte van de afdeling. Wat is er gebeurd. Opname? Waarom? Hoe kom ik hier? Wat had die arts gezegd? Ik probeer een sigaret aan te steken. Dat gaat moeilijk. Trillende handen. Mijn hele lijf trilt. In mijn hoofd is er een storm met windkracht 10. Er komt een verpleegkundige de rookruimte binnen. "Het gaat even duren, maar hier heb je een bakkie koffie. "Wat gaat even duren? Ik zit hier alleen. Helemaal alleen. Zoals ik al jaren alleen ben. Ik wil niet meer. Laat me gaan! Ik zit nu al een uur te wachten. Waarop? Ik schrik van de deur die plotseling opengegooid wordt. Een jong meisje van ongeveer 20 jaar komt binnen. Ze draait een shaggie. Zware shag. Ze legt haar voeten, met tot mijn verassing knalroze snoopy-pantoffels, op de tafel en schuift een asbak dichterbij. "hoe heet je?" Mijn mond tandenklapperend maar weet toch stotterend mijn voornaam te noemen. "Yvonne. En jij, hoe heet jij?" Het interesseert me geen reet. Voor ze kan antwoorden zwaait opnieuw de deur weer open. "Hallo, ik ben Sonja, jouw persoonlijke begeleidster op deze afdeling". Kom je mee? Sonja draagt mijn weekendtas die op wieltjes kan rollen. Ikzelf draag mijn rugtas met mijn persoonlijke spullen. Terwijl we richting mijn kamer lopen laat Sonja de afdeling zien. De toiletten, de badkamer, de zusterpost en de wasruimte. Het komt niet echt bij me binnen. Mijn kamer is voor 2 personen maar ik ben alleen. Altijd alleen. Zelfs hier, heb ik geen kamer om te delen. Sonja begint met mijn tas uit te pakken. "Huh, dat kan ik zelf wel hoor!" Ik schreeuw het uit maar zonder geluid. Waarom? Mijn toilettas word helemaal omgegooid. "Dit moet ik innemen." Het is een nagelvijl. Alsof ik daarmee mezelf… Tja. We zitten allebei op het bed. Ik kijk naar buiten en zie mensen in de ziekenhuistuin genieten van het warme en zonnige weer. Het is zomer. Ik heb het koud. Sonja is aardig voor me, en legt uit dat ik straks nog bloed moet prikken en dat ik nog een gesprek krijg met de afdelingsarts. Ik ben moe. Laat me. Het gesprek met de afdelingsarts gaat moeizaam. De storm in m'n hoofd is nu op orkaankracht. Alles gaat mis. Ja ook mijn poging. Zelfs dat lukte niet. De arts begint over medicatie. Ik hoor het wel. Maar wil het niet horen. Dan komt die moeilijke vraag. "Wie is jouw contactpersoon?" "heb ik niet!", laat me. Ik wil niet dat iemand weet dat ik ben opgenomen op de gesloten afdeling van de PAAZ. "Je moet iemand hebben, misschien een vriendin? Het is beter voor je als je je verdriet kan delen. "Delen?" Je gevoelens delen. Maar ik, ik ben alleen en kan niet delen!


 

Taxi delen?
Door: Lisanne Stokreef (16)

Het verkeer in New York is geen pretje als je ergens laat voor bent. Dat wist Charlotte maar al te goed terwijl ze haastig haar spullen bij elkaar zocht, omdat het juist vandaag zo belangrijk was dat ze op tijd kwam. Haar eerste opdracht zonder begeleiding van haar supervisor. Maar dan moest ze er natuurlijk wel zijn. Ze wurmde haar voeten in haar hakken terwijl ze én haar jas aantrok, én de deur probeerde dicht te doen. Eenmaal buiten stak ze een arm in de lucht om een taxi aan te houden terwijl ze op haar mobiel naar de tijd keek. Over drie minuten zouden ze beginnen. Dat redde ze niet meer. Er stopte een taxi voor haar en ze stapte snel in. Maar nog voor ze de deur had dichtgeslagen stapte er iemand in vanaf de andere kant. '34th Street, alstublieft', zei hij terwijl hij de portier dichtklapte. Toen pas merkte hij Charlotte op. 'Ah… Sorry, maar ik was eerst.' 'Helemaal niet', protesteerde Charlotte, één been nog steeds buiten boord. 'Neem maar een volgende taxi.' 'Uhm… Nee. Maar je mag wel meerijden, als je wilt.' Charlotte nam hem van top tot teen op. Hij droeg een kapotte broek, een shirt met korte mouwen, een paar afgetrapte schoenen en een ringetje in één oor. Ze schatte hem net iets ouder dan haarzelf. 'Goed dan.' Maar alleen omdat ik zo'n haast heb. Ze klapte haar portier dicht. '32th Street, alstublieft.' 'Zie je wel? We kunnen gewoon delen.' Hij stak een hand met een ring en een tatoeage op de onderarm uit. 'Mike.' 'Charlotte', zei ze terwijl ze kort zijn hand schudde. Ze haalde haar telefoon uit haar tas en begon de assistente van haar supervisor te bellen. 'Met mij. Ik kom iets later.' Naast haar begon Mike berichtjes naar iemand te sturen. Het viel Charlotte op dat ze dezelfde mobiel hadden. 'Ze komen net aan,' klonk de stem van de assistente, 'dus je hebt nog even tijd.' 'Gelukkig. Ik kom zo snel mogelijk.' Op dat moment remde de taxi plotseling en ze lieten allebei hun telefoon vallen. Snel raapten ze hen op. '32th Street', zei de taxichauffeur. Charlotte wilde betalen, maar Mike was haar voor. Toen hij het bedrag aan de taxichauffeur wilde geven pakte ze het snel van hem weg, gaf de helft aan hem terug en voegde er zelf weer geld bij. 'Bedankt dat ik mee mocht rijden', zei ze tegen Mike voordat ze snel de taxi uit klom. Toen Charlotte het gebouw weer uitliep en haar mobiel tevoorschijn haalde kwam ze er al snel achter dat het haar mobiel helemaal niet was. Terwijl ze ernaar keek werd ze gebeld. 'Hallo?' 'Zo te zien hebben we onze mobieltjes in de taxi verwisseld. Wat zeg je ervan als we elkaar ontmoeten in de Starbucks om de hoek?' Charlotte lachte in zichzelf. Dit was stom. Dit was vreemd. En om redenen die ze zelf niet begreep stemde ze ermee in. 'Wie er als eerste is.' En wat begon met een gedeelde taxi werd een gedeelde vriendschap.


 

Kleur des levens
Door: Dorothé Rodenburg-Glorie

Honderd vrouwen en mannen zitten om een ronde tafel. De voorzitter is standvastig en verdeelt de levenstaken onder de aanwezigen. Het is een man met charisma en overtuiging. Aan zijn woorden wordt niet getwijfeld. Hij noemt de namen één voor één. Blij nemen de personen de hen toegewezen functie in ontvangst. Metselaar, bakker, kunstenaar, secretaresse, kapitein, journalist, tekenaar. De lijst is lang. Ieder krijgt een kleurpotlood bij de aanstelling. Het zijn vrolijke tinten. " Alles in je leven ga je kleur geven, doch bezint eer gij begint. Je kunt het gebouw verlaten, gaat heen in vrijheid", klinkt zijn stem door de ruimte. Er blijven zes mensen verbouwereerd achter. Ze weten niet waarom zij niet worden afgeroepen. Onrustig schuiven zij op de stoelen heen en weer. Wanneer de laatste werknemer de deur sluit, wordt de stilte verbroken. "Nemen wij geen deel uit van de maatschappij?". De grote man spreekt: "Ik heb nog zes zwarte potloden over. Jullie taak is om de wereld op zijn kop te zetten. Misdadiger,moordenaar, overvaller,dief, oplichter en terrorist. Om angst te brengen in 2015". Er gaat een rilling door de groep. Met kromme tenen horen zij het aan. "Maar waarom meester, dit willen wij niet? ", antwoordt een jonge vrouw afwerend. Abrupt onderbreekt hij haar relaas. "Het is nodig! Het maakt de mensen saamhorig. Het wakkert het gemis aan naar vrede, ongeacht geloof en huidskleur. Als de storm is geluwd aan het einde van het jaar, zal ik de potloden opnieuw slijpen en geknakte pennen herstellen. Mijn gum vervaagt het verdriet en de wanorde. Dat is mijn taak!" Met gebogen ruggen verlaten de laatste werknemers de zaal. Buiten is het donker.

Bedrijf Belicht

Sport

Regio

Digitale krant